Content schrijven, het is soms best een puzzel. Want wat moet je allemaal schrijven, in welke volgorde moet het staan en vergeet je niet nog iets belangrijks?

Vooral wanneer je goed op de hoogte bent van een project of onderwerp en wat er allemaal bij komt kijken lijkt het logisch om alles te vertellen. Of op z’n minst even te benoemen.

Grote kans dat je bezoeker daar alleen net even iets anders over denkt. Die komt op je pagina terecht en raakt meteen ontmoedigd, want: ‘zo, da’s een boel informatie!’ Daardoor duurt het lang voordat je bezoeker gevonden heeft waar hij of zij naar zocht. En met dat lange zoeken is die bezoeker niet per se tevredener geworden over de dienstverlening.

Een contentspecialist of webredacteur weet natuurlijk precies wat er allemaal nodig is voor het (goed) inrichten van een pagina. Maar vaak zijn zij niet de enigen die komen kijken bij het aanleveren of selecteren van content.

Hoe leg je dan aan die projectleider, ambtenaar of pagina-eigenaar uit welke informatie of inhoud je nodig hebt? Of hoe ze het best naar de pagina kunnen kijken?

Nou, dat zou kunnen aan de hand van de volgende drie handvatten.

Wie, wat, waar, waarom, wanneer, hoe?

Je kent ze vast nog wel van school, lang of minder lang geleden: de 5 W’s en 1 H. Blijkt dat dat toch nog eens van pas komt! Door de vragen wie? wat? waar? wanneer? waarom? en hoe? te beantwoorden heb je in de meeste gevallen alle belangrijke informatie bij elkaar.

Bedenk wat de belangrijkste vragen binnen jouw verhaal zijn en beantwoord deze vervolgens voor je bezoeker. Je zou zelfs de vragen als kopjes kunnen gebruiken.

Let hierbij ook op de volgorde waarin je de dingen vertelt of aanbiedt. Het verhaal moet natuurlijk wel goed lopen. Een knop om een subsidie aan te vragen is niet logisch om bovenaan te plaatsen wanneer je wilt dat mensen eerst goed de voorwaarden lezen. Plaats dan eerst de voorwaarden, daarna pas de knop.

Beeld je in voor wie je het maakt

Geef je bezoeker een gezicht! Of drie verschillende gezichten, nog beter. Voor wie is de pagina bedoeld? Is het voor de projectleider, die per se wil dat al zijn informatie op de pagina staat? Of is het voor iemand als de buurvrouw, die forens die je altijd op het station tegenkomt of die vader uit het naburige dorp die met zijn drie kinderen nog maar net rondkomt?

Maak je pagina voor wie het is bedoeld en ga hierbij uit van de bezoeker met het laagste niveau. Houd rekening met het feit dat niet iedereen dezelfde woordenschat of achtergrond heeft. En met het feit dat mensen over het algemeen niet van te lange zinnen en te lange alinea’s houden.

Oefen desnoods (hardop) door je voor te stellen hoe je je verhaal zou vertellen aan die buurvrouw, forens of vader. Wat vertel je, hoe leid je dit in en welke informatie laat je toch weg?

Doe minder en kill your darlings

Het klinkt onverwachts, maar: doe minder. Is er al een betrouwbare partij die een mooi overzicht van de voordelen van zonnepanelen op daken heeft? Dan hoef jij het niet meer te doen. Een linkje naar dit bestaande overzicht plaatsen is genoeg.

Bovendien ging jouw pagina over (het aanvragen van) de duurzaamheidssubsidie, niet over alle voor- of nadelen van zonnepanelen en zonne-energie. Die twee alinea’s die je zou hebben geschreven zouden je alleen maar tijd en ruimte op de pagina kosten.

Soms betekent dit dat je dat stuk tekst waar je zo hard op hebt gewerkt, dat zo goed gelukt was, weg moet gooien. Dat kan een beetje pijn doen, maar kill your darlings, zoals elke ontwerper je zal vertellen. Je bezoeker zal juist blij zijn met informatie die duidelijk en bondig op de pagina staat.

En anders doe je wat wij, ontwerpers, altijd doen: verplaats je stukje naar een schets- of inspiratiedocument. Je weet maar nooit wanneer je het nog kan gebruiken.